153,80 km en 1953 hoogtemeters
Lief Dagboek,
Om stipt 7 uur verzamelen in de ontbijtzaal waar een heerlijk assortiment aan voedsel voor ons klaarstaat! Het inpakritueel is inmiddels al wat meer routine voor de meesten en om 8 uur vertrekken we in de regen naar onze volgende bestemming. Ik word er door mijn groepsgenoten vriendelijk op gewezen dat ik Strava niet moet vergeten aan te zetten!
Vandaag zal niet zo zwaar zijn, zeggen ze…… Eerst afdalen vanaf Hotel Panorama!
Vervolgens de beboste heuvels rondom Bouillon in. Hier zijn de beklimmingen anders; niet kort en steil, maar geleidelijk en lang. Ook dit is nieuw om te ervaren; kilometerslang in eenzelfde cadans te blijven trappen, wennen aan het trage tempo, wennen aan mijn zoekende ademhaling en voelen dat mijn beenspieren na elke trap weer even ontspannen.
Ik raak ervan in een soort trance, in mijn eigen” bubbel” en ben vooral gericht op de naaktslakken op het natte asfalt, de blikjes zwerfafval in de berm en mijn gedachten. Helemaal alleen op de wereld klim ik hoger en hoger, totdat plotseling achter mij een mannenstem me bruut uit mijn bubbel schudt en ik me een rotje schrik! Het is Jeroen, de man met de grote glimlach die fietst alsof het helemaal geen energie kost.
Iedereen fietst in diens eigen tempo omhoog en steeds komen we elkaar weer tegen onderaan, bij een brug, rivier of kruispunt.
Joris gaat in zijn uppie in eigen tempo omhoog met een snelle rondbeweging van de benen, meestal achter in de groep. Vervolgens poeiert hij ons in de afdalingen keihard voorbij om zoveel mogelijk snelheid mee te nemen naar de volgende beklimming.
Lara de super atleet, fietst meestal pratend en lachend op kop ergens, of komt luchtig voorbij peddelen, terwijl ik naar lucht hap.
Lex, de man met ijzeren benen, zit soms een poosje in de kopgroep om daarna weer eens te kijken hoe het achterin met de mensen gaat.
Frits heeft mij een keer gered toen ik ergens rechtdoor ging in plaats van rechtsaf. Zonder mopperen kwam hij achter me aan om me vervolgens weer naar de groep te leiden.
Jurgen herken ik aan het gerikketik van zijn fiets als hij langs me naar beneden rolt om de berg nogmaals te beklimmen!
Rob komt regelmatig bij me rijden tijdens het klimmen, gewoon in stilte en dat is fijn, zodat ik weet dat ik nog de goeie kant op ga!
De regen valt deze ochtend niet zo hard, maar mottert wat. Het is te doen vandaag!
Kriskrassend door dorpjes, langs kerken, heuvels, komen we ineens op een toerit die ons een tunneltje in leidt. Een pikdonkere tunnel! We rijden dwars door een berg en niemand heeft bedacht dat het handig zou kunnen zijn om ergens in het midden een lampje op te hangen, gewoon om te kunnen zien of er geen gaten of hekjes in het wegdek staan…
Eenmaal uit het zwarte gat blijkt dat we inderdaad door een berg zijn gefietst en dat deze doorgang een oude treintunnel is geweest.
Onze lunchpauze is bij “Chimay”! Hans is met zijn rijdende restaurant bij een grasveld voor de abdij neergestreken en de zon is doorgebroken. Hans, mijn held, bakt dikke omeletten voor ons, goddelijk!
Onze rit eindigt in het Campanille hotel in Maubeuge, waar we na het eten naar een inspirerend verhaal luisteren van Robert van der Wulp over voeding en training. Ik ga op een andere manier naar voeding kijken bij het leveren van dit soort sportieve prestaties. “Je kunt wel in een Ferrari rijden, maar als je tank steeds half leeg is kom je nog steeds niet ver”!