Lief Dagboek,
De laatste dag breekt aan. We vertrekken net na achten uit het hotel en het begint te regenen! De eerste kilometers fietsen we langs een drukke weg met onnavolgbare bochten en stoepjes.
Lara zingt in de regen en ik denk dat ik me niet warm genoeg heb aangekleed. Iedereen is bezig met diens eigen gedachten.
Plotseling zien we de skyline van een grote stad opdoemen; het is Antwerpen in de mist!
Via een houten rolstrap die veel lawaai maakt worden we de grond in vervoerd, steeds dieper. En dan staan we ineens in een lange tunnel die onder de Schelde doorloopt!
Deze afgelopen dagen zijn we hoog tussen de boomtoppen gefietst, dwars door een meer, hebben we een berg gepenetreerd en nu worden we onder de stad onder een rivier doorgeleid!
Aan de andere kant van de Schelde komen we weer naar boven, behoorlijk natgeregend en koud en inmiddels ook wel behoeftig aan een toilet bezoek. Ik vraag aan een cafe eigenaar of ik zou mogen plassen, maar hij is “juist zijn terras aan het kuisen, of ik liever naar de overkant kan gaan”. “Kuisen”! Ghe ghe.
We fietsen dwars door Antwerpen, best een beleving, maar koud. Het is fijn als we uiteindelijk weer wat vaart kunnen gaan maken, nadat we het Sportpaleis zijn gepasseerd. Lara zingt “Belgie” van het Goede Doel!
Op de brug net buiten Antwerpen gaat het mis. Achter in de groep horen we een geluid wat niet hoort en als ik me omdraai zie ik mijn maatje Rob liggen op het asfalt. Een stom moment met een groot gevolg. Rob blijft verrassend koelbloedig, terwijl we de ambulance laten komen. Het lijkt wel een film als de gele bus met blauwe zwaailichten aan komt rijden en midden op de brug 180 graden draait om naast ons tot stilstand te komen. Rob wordt meegenomen en Frits zal hem bijstaan, 2 fietsers minder.
Even is de sfeer bij de overblijvende fietsers wat minder energiek, we beseffen ons dat we niet met z’n allen bij de eindstreep gaan aankomen. En het is koud.
Maar dan komt Hans! Met zijn bus vol warme koffie en thee! En dan bedenkt Joris ter plekke een nieuwe, kortere route naar huis. Helaas fietsen we dan niet langs Westmalle en Zundert, trappisten 5 en 6. Een klein offer, een goede reden om volgend jaar weer mee te gaan! We gaan dit doen.
We fietsen onszelf weer warm langs een Jaagpad van een flink wat kilometers. En onderweg krijgen we het goede bericht dat Rob weer zo goed als nieuw is op een paar hechtingen en beurse plekken na.
Vlak voor de Nederlandse grens stoppen we nog even bij het Gevangenis Museum, waar Hans, Rob en Frits ons ontmoeten. Een perfecte rendez vous, exact getimed! Als een Razende Roelie wordt de partytent opgezet, worden broodjes gesmeerd en staan we warme drankjes te lurken, uitkijkend op een groot bord waarop staat: wij zoeken jou!
Een heerlijk moment als we de grens passeren. De zon begint weer te schijnen en we zijn blij dat we zoveel kilometer hebben gereden met zo weinig lekke banden.
We fietsen door Baarle Nassau, een schizofreen dorpje dat niet goed weet of het Belgisch is of Nederlands. Er lopen op 1 of andere manier grenzen dwars doorheen, waardoor er in Belgische delen vuurwerkwinkels staan die het hele jaar open zijn en goedkopen benzine wordt verkocht.
Zo’n tien kilometer voor ons eindpunt is er een lekke band. Geen probleem, Joris regelt dat in een wip! We zijn bijna thuis, niets kan ons meer deren.
Zo’n 3 kilometer voor ons eindpunt weer een lekke tuub. Geen probleem, ook dit regelt Joris en wij wachten rustig in het zonnetje.
2 kilometer voor het eindpunt, lekke band nummer 3…….WAT PROBEERT DE KOSMOS ONS TE VERTELLEN?! Dat je niet door glas moet rijden wellicht.
Na enige vertraging rijden we op de laatste Trappist af; La Trappe in Tilburg. Een bierhemel, verscholen in een stukje paradijs!
Hans wacht ons op, Rob heeft een tafel geregeld. De glazen met het gele goud worden geserveerd en de ontspanning valt over ons heen. De kou, de pijn, het afzien, het is er allemaal niet meer, alleen nog maar mooie verhalen!
WE DID IT!!!!!!!!
Bedankt Frits, Lex, Lara, Rob Boersbroek, Jurgen, Joris, Rob Bregten, Monique, Jeroen en Hans.