177,22 km en 842 hoogtemeters
Lief dagboek,
Ken je dat gevoel? Dat je mee wil op een avontuur? Een avontuur van 6 dagen, vanuit Tilburg, door België, naar Frankrijk, en terug, op een fiets, om langs 7 trappistenbrouwerijen te gaan……gewoon, omdat je van bier houdt?!
Maandagochtend, 7 uur ’s ochtends ergens in Tilburg op een grote parkeerplaats, de dag is nog vol belofte van wat gaat komen. Een groep van 11 mensen staat klaar voor een missie. Tien racefietsen en een witte bestelbus blinken in het zonlicht, tassen worden in de bus gepropt, wielrenschoentjes vastgeklikt en gelletjes binnen handbereik.

Er heerst een positieve en aftastende sfeer, we kennen elkaar allemaal nog niet zo goed. Om 7:33 uur fietsen we weg, om vervolgens om 7:34 uur te stoppen, want ik ben vergeten mijn Strava aan te zetten. En een tocht als deze wil ik niet missen in mijn overzicht!
Ergens net in België fietsen we langs een bosrand, waarna we linksaf slaan een bospad in. Tussen de hoge bomen is iets van een bouwwerk zichtbaar en gaat het fietspad gestaag omhoog. We fietsen in een never-ending bocht naar links omhoog totdat we tussen de boomtoppen fietsen! En even geleidelijk als we omhoog fietsten, voert het pad op palen ons weer omlaag om weer op de grond te eindigen. Het is zo leuk, dat we het nog een keer doen!
Inmiddels hebben we er al een paar uur fietsen op zitten. De zon maakt onze rit comfortabel en we rijden over fietspaden waar ik nog nooit ben geweest. Ineens slaan we linksaf en begrijp ik niet zo goed wat ik voor me zie…… Een meertje, midden in een natuurgebied, spiegelglad, recht voor me. En een pad dat recht het meer in gaat… Het pad lijkt het meer in tweeën te delen, we fietsen via de bodem van het meer dwars door het water heen! Ik krijg Bijbelse belevingen! Eenden op het wateroppervlak zwemmen op ooghoogte! Zo verrassend!

Pauze nummer 3 van de dag; ergens in een dorpje wordt feest gevierd op het plein en in de plaatselijke kroeg, iets met tweede Pinksterdag ofzo. De witte VSB-bus staat naast een bescheiden parkje en Hans heeft allerlei lekkernijen voor ons klaargezet op een picknicktafel. Ik plof neer op het gras en laat mijn ietwat vermoeide billen even rusten. De zon verwarmt mijn gezicht en in de verte hoor ik mijn ploeggenoten praten over alles wat ze hebben gezien. Ik moet toch ook wel plassen merk ik, maar waar ga ik dat doen? Een drietal fietsmaten met dezelfde aandrang besluiten naar de kroeg te lopen om hun toiletgeluk daar te beproeven. Ik zie een haagje waarachter ik op mijn hurken ga. Achteraf hoor ik dat ik een heuse polonaise in de kroeg heb gemist die daar gaande was!

De laatste kilometers van onze eerste fietsdag breken aan. We koersen steady door, langs akkers, glooiend landschap, over landweggetjes die veel worden gebruikt door de boeren die daar hun mest over vervoeren. Bij het vervoeren van mest valt er ook wel wat mest op de weg merken we; we rijden over hobbels poep en door plassen pies. Onze blinkende fietsen zijn niet meer zo shiny. Als we aankomen in Andenne, een wat grotere plaats waar ons hotel zich bevindt, staan we stinkend voor de deur. Iemand heeft een lumineus idee: we fietsen langs de carwash en spuiten onze fietsen schoon! Na een korte afweging besluit ik mee te gaan; OF mezelf nog 1 keer op de fiets hijsen na 177 km en direct een schone fiets, OF mijn billen rust geven en morgen op een poepfiets stappen.
