WTC Lid Maggie (en die-hard toerrijdster) heeft haar roeping als columniste overduidelijk misgelopen.
Haar poëtische verslag van de Lentetocht willen we jullie absoluut niet onthouden!
Nietsvermoedend stonden ze daar; de 8 B-rijders, 5 C-rijders en 3 G-rijders. Het was rond 9 uur, zondagochtend 26 maart. Hadden zij geweten wat ze te wachten stond dan waren zij hoogst waarschijnlijk niet naar de kantine van Statina gefietst… Maar het verlossende mailtje waar iedereen op had gehoopt was niet gekomen. Het mailtje van het bestuur, waarin zou staan dat het weer ongunstig zou zijn op zondagochtend, dat fietsen wellicht niet zo’n goed idee zou zijn. Ze probeerden elkaar moed in te spreken, maar hadden zij elkaar diep in de ogen gekeken dan hadden zij elkaars angst gezien. Net na negenen pakten zij de fietsen en verlieten zij het laatste stukje droge beschaving. De drie groepen met dappere cyclisten gingen ieders weg. De wolkenlucht was grauw en het asfalt rijkelijk nat. Al snel werden gezichten besproeid met opspattend plassenwater van de voorgangers. De mannen en vrouwen reden over mooie weggetjes door het prachtige Rivierenland, terwijl het hemelwater naar beneden miezerde. De zemen liepen langzaam vol en de overschoenen raakten verzadigd met vocht. Na een uur fietsen was het peloton doorweekt, maar niets zou hen stoppen. Zelfs de lekke band niet. En de kou die venijnig toesloeg terwijl de band vervangen werd. En door reden zij, de dappere trappers met doorweekte handschoenen en soppende zemen. Er werden grapjes gemaakt, hopende dat de zon ergens nog zou doorbreken. Maar het tegendeel werd waarheid en de plengende regendruppels vielen met enthousiasme naar beneden. Hoop groeide toen de fietsers rond elven “de Heerlijkheid” in Eck en Wiel zagen opdoemen in de grijze mist van regen! Haast vielen zij elkaar in de armen van blijdschap, zij hadden het gered tot hier!!! Binnen was de reünie: alle 16 fietsers van de WTC. Zittend op plastic zakjes om de gestoffeerde stoelen netjes te houden namen zij de warme dranken en appeltaart met slagroom dankbaar in ontvangst. Echter, het monster van de koude sloeg toe. Wat begon als een kleine rilling bij een enkele fietser sloeg al snel door naar klapperende tanden en stuiterende kuiten bij multipele deelnemers. Onbedaarlijke spiertrekkingen en klaagzangen van koude ontsnapten aan de kelen van menig fietser. Met moeite kregen zij de doorweekte kleding weer om de lijven gedrappeerd en lukte het om zich weer op de Carbon frames te hijsen. Nog 20 kilometers terug naar beschaving, daar waar hun geliefden op hen zouden wachten met handdoeken, douches en droge kleren. Trappen, trappen, trappen… het mantra dat de spieren weer deed opwarmen en de kilometers deed afnemen. Mannen die huilden en schreeuwden om hun moeder op nog zo’n 10 km van huis. Zij sleepten elkaar erdoorheen, moedigden elkaar aan. Er ontstonden vriendschappen voor het leven, terwijl de skyline van Culemborg opdoemde en de wielrenners zich realiseerden dat ze het zouden redden… Bij het penetreren van de stad viel dankbaarheid over hen heen en beseften ze het…..ze zouden het kunnen navertellen, elke kerst weer…..zij hadden het gered; de lentetocht van de WTC, De hel van 23…