1 April jongstleden, tweede Paasdag, had ik de eer om wegkapitein te mogen zijn van de WTC B-ploeg. De eerste rit van het seizoen, aangezien de Lentetocht van een week eerder was verplaatst vanwege slechte weersverwachtingen.
Het wegkapiteinschap voelt voor mij als een belangrijke taak en een grote verantwoordelijkheid. Ben weken van tevoren al zenuwachtig!
Zo wil ik een mooie route langs verrassende plekken, het liefst plekken waar de anderen nog niet zijn geweest, zodat iedereen dan zegt: “oh Maggie, wat heb je dit mooi bedacht, hier ben ik echt nog nooit geweest, terwijl ik mijn hele leven al in de Betuwe woon”!
En ik wil dat de paden overal breed genoeg zijn om 2 aan 2 te kunnen fietsen, over glad asfalt! En er moeten geen paaltjes of andere obstakels zijn. En ik wil de route op mijn duimpje kennen, zodat ik op de dag zelf ook echt weet waar ik heen moet!
Dus toen ik tijdens mijn voorbereidingen voor 1 april een route gevonden had die me wel leuk leek (van Afstandmeten.nl, helemaal niet zelf bedacht ofzo…) wilde ik die natuurlijk alvast voorrijden, om geen verrassingen tegen te komen op de dag zelf. Maar tja, wanneer doe je dat he, dat voorrijden. Als je best veel afspraken hebt en het weer ook vaak niet zo uitnodigend is.
En toen kwam in mijn ogen de oplossing; doordat de Lente tocht van 24 maart werd afgezegd leek me dat een prima moment om mijn route uit te proberen…. Niet heel handig eigenlijk, want de Lente tocht was om een reden afgeblazen, namelijk veel regen en wind!!!
Dus op zondag 24 maart vertrok ik positief gestemd op mijn prachtige tweewieler. Goed voorbereid met navigatie materiaal, warme kleding, genoeg eten voor onderweg.
Ik was verrast toen ik het eerste uur in zonneschijn kon fietsen! Over de Aalsdijk, slingerend door het open landschap, terwijl de zon met prachtig licht de groene weilanden bescheen. In de verte contrasteerde een dreigende donkerblauwe lucht, maar daar trok ik me niet zoveel van aan. Ik dacht: “Als ik maar hard genoeg fiets, dan rij ik vanzelf weg van die enorme regenbui die eraan komt”. Ik trapte mijn weg richting Zoelen, via kleine landweggetjes en erg in mijn nopjes met mezelf.
Ik raakte wat minder enthousiast toen ik naar het Westen draaide en volle bak windkracht 4 in mijn gezicht kreeg. “Geeft niks, ik ben hier heel goed bezig” dacht ik bij mezelf. Een paar keer sloeg ik een verkeerde weg in en moest ik stoppen om na te denken waar ik nu dan was en hoe ik een afslag had kunnen missen.
Eigenlijk nog geen grote problemen. Behalve dat de lucht dreigender werd, er af en toe wat spetters vielen en de wind verder aantrok. Het viel me op dat er weinig andere wielrenners waren.
Toen na 2 uur fietsen mijn tempo flink terugzakte en mijn benen moeite hadden om de pedalen lichtvoetig rond te peddelen begon ik me af te vragen waarom ik dit een goed idee had gevonden.
Op het moment dat ik de eerste grote druppels in mijn gezicht voelde fietste ik door een klein gehuchtje met een hele vrolijke naam: “Hellouw”! In mijn hoofd moest ik het woord verschillende keren herhalen, om te ontdekken hoe je het uitspreekt. “Hellouw”…. Ik stelde me een Engelsman voor die klungelig zijn arm in de lucht steekt en me vervolgens begroet met “Hellouw little lady, what are you doing in this awfull wheather? “.
Met een grijns op mijn gezicht kon ik er weer een paar kilometer tegenaan, denkend aan een klungelige Engelsman.
De tocht werd alleen maar zwaarder; ik hing schuin tegen hagelbuien in, kon niet veel meer zien, snot kwam overal vandaan, ik werd ook nog even ingehaald door een jongeman op een elektrische fiets.
Uiteindelijk was ik na 4 uur stoempen door de storm, hagelbuien, regen en rukwinden weer thuis. Klaar om de B-groep een week laten mee op sleeptouw te nemen.
Toen ik op 1 april met de B-ploeg vervolgens opnieuw door Hellouw fietste bedacht ik me dat ik toch eens moest opzoeken hoe het plaatsje aan haar naam is gekomen. Zou er echt ooit een Engelsman geweest zijn?
Ik ontdekte dat het altijd al een hartelijke plek is geweest. Al in 850 wordt melding gemaakt van een Villa Hellowa; klinkt dat niet verdacht veel als het Hawaiaanse “Alloa”?!
En er is een familie Van Hellu, herhaal dat eens een paar keer voor jezelf…..dat klinkt toch als een Fransman die een Engelsman probeert te begroeten in het Engels!
Deze familie van Hellu heeft in de 14e eeuw het huis te Hellouw (een kasteel) heeft laten bouwen wat in 1709 is verwoest bij een dijkdoorbraak.
Zeg nou zelf, dat maakt het nog leuker om door onze regio te fietsen!